Vliegen – Wat een lol
Nog twee dagen werken. Wat doet het weer?!?! Dat wordt schrapen lijkt het. Die vlucht
naar een ver oord moet wellicht worden bij- of uitgesteld?
Nog één dag werken: vandaag is het weer wederom prut, maar morgen lijkt het ineens
beter. Ook goed genoeg voor de gemaakte plannen?
Op de computer een EasyVFR route maken en op SD opslaan, printje voor in de cockpit.
Vluchtplan alvast indienen en de details nog eens visualiseren.
Veel vliegers leven periodiek deze periodieke of wekelijkse cadans: bijkomen van de vorige
vlucht, opladen voor de volgende.
Vliegdag!
’s Avonds gaan slapen met de voorbereidingen tussen de pasgewassen oren: route,
weerverwachtingen, technische merites (ik ben behalve vlieger ook de bouwer en eigenaar,
dus dat brengt (als je niet oppast) ook wat extra uitdagingen met zich mee), ervaringen uit
het verleden (die geen garanties geven – dat weet iedereen) nog eens ophalen: dat-en-dat
wil ik anders, beter, minder, meer. Als morgen dit, dan doe ik dat….
Kortom: geen oog dichtgedaan.
En toch deel van de Lol.
Toch nog door de wekker heengeslapen. Onder de douche de to-do lijst nog eens
doorgelopen: op de heenweg brandstof tanken, alvast destination PPR bellen, passagier
sms’en dat-ie smalle schoenen aandoet (of op zijn sokken vliegt: maat 49 past zelfs niet
goed in een RV12), boterhammen maken, koffie mee, is er baar geld voor koffie en landen of
incidenten? Heb ik nog visitekaartjes van het toestel? Telefoon opgeladen, batterijen voor
de camera, de headset en voor de gehoorapparaten. Jerrycan’s mee, schone onderbroek aan
(‘Je weet maar nooit’ zei mijn moeder vroeger ‘als je per ongeluk in een ziekenhuis
terechtkomt wil je er toch netjes bij liggen’. (Eigenlijk had ze het over kleuren in die
onderbroek maar dat zal ik je besparen)) – kortom: we kunnen!
Wat een Lol.
Onderweg.
Dat hele vliegen is eigenlijk maar een klein deel van de lol: voorbereiden kost tijd en levert
vreugde, en napraten en na-beleven ook. Daarnaast heb ik als Bouwer ook nog periodiek de
Techniek te doen: dat vliegen is in dat vergelijk echt peanuts, een soort bijzaak. Noodzakelijk
natuurlijk, en gelukkig beleef ik aan de voor- en na-lol net zoveel plezier. Met de beelden van
de camera erbij kan ik nog eens extra visualiseren en na-genieten.
Lastig de 100KM-grens aan te houden maar hey! piloten zijn juist van de procedures, dus dit
is een goede oefening in Zen. 2x 20ltr. Mogas 98 getankt bij een BP-pomp omdat mentor
Thomas van der Heijden me indertijd voorlegde dat die het minste Ethanol in de brandstof
stoppen. 2x 5 kwartier puur genot.
Op weg (oh, zijn we al hier!?! De tijd vliegt al).
Alles gauw nog eens herhalen: doel, route, details, uitdagingen.
Aankomst
Veel auto’s op het parkeerterrein, lekker druk. De eerste toestellen staan al warm te
draaien. Toch nog redelijk weer gelukkig: overcast op niet te hoog, maar verbeteringen in de
middag. Daar zie ik John: die moet ik eigenlijk nog even vragen naar die landing indertijd. En
Sjaak heeft inderdaad die nieuwe prop lijkt het? Komt later wel – nu eerst vliegen!!
Daar komt de passagier al opgewonden aangelopen – op sneakers, gelukkig 😉
Doos met spullen mee uit de auto, met twee volle jerrycans en een jas.
De hangar is al bijna leeg, Piet (de RV12) staat verwachtingvol te glimmen achterin.
Hoezen er af, Remove-Before-Flight linten in een hoekje. Vlekje wegpoetsen en de kap nog
even nazien op oneffenheden.
Tanken vanuit de jerry-can’s, pre-flight-check en een laatste kleine technische aanpassing
(de Bouwer overtrof nu toch even de Vlieger). Hoezen achterin het toestel, propellor
voorzichtig ‘burpen’. (Rotax, dan hoort dat zo voordat je het olie peil beproeft). Opslagkast
afsluiten, nog even een snelle blik onder haar wheelpants om te schatten hoe het met haar
bandenspanning staat: net zo hoog als mijn eigen spanning lijkt het, dat komt goed!
Wat een lol.
Haat-Liefde
Pietronella naar buiten geduwd samen met de passagier. Waterig zonnetje op onze bol.
Geronk om ons heen, gierende maag & darmen. Paar honderd uur als PIC en ruim 80 op
deze RV12, maar dit moment van de dag is toch altijd erg spannend. Een soort masochistisch
genoegen lijkt het. Ik hou van je ik haat je ik hou van ik haat van je. Je weet misschien wel.
Lol kent vele vormen.
Toch nog even een plas, administratie op het veld invullen (hoelaat-waarheen-met wie), PPR
berichtje naar de eigen Veld coördinator. Water in de fles, appels veilig opbergen, jas,
portefeuille en overige persoonsdingen achterin. Telefoon een vaste plek in zijn houder:
back-up van de back-up, en communicatiemiddel als we geland zijn natuurlijk.
Een laatste check: even serieus nu. Alles lijkt goed – net zoals elke keer.
All aboard!
Pax naar binnen geholpen en vastgestrapt. Videocamera op de vleugel geklikt: leuk voor
later, maar niet teveel aan denken, want dat vertroebelt alleen maar.
Een laatste rondje en dan klauter ik zelf op de vleugel en vervolgens in de kist. Eén voet op
de vloer en dan laat ik me wat onzacht vallen op de comfortabele stoel. Het ruikt al bekend
en lekker 😉
Voordeel van een eigen toestel: alles staat al op je te wachten – op jou alleen. Alle
afstellingen zijn perfect, na de vorige vlucht.
Ingestrapt, headset gepakt en contactsleutel in de hand (vraag me maar niet hoe ik het
weet, maar nadat de riemen vast zijn kan je daar echt niet meer bij: headset te ver weg en
de sleutels in je zak. Ik leer!…). Kaart opgevouwen tussen ons in, approach-kaartjes al
uitgezocht, en samen met de route-details op een klapbord op mijn knie. Twee EFIS’ met alle
kaartjes digitaal er in, maar ik kan toch niet van die gewoonte afstappen. (mijn) Bouwjaar
1961, dat zal er mee te maken hebben. Anyway: dat klapbord is ook notitieblok, en in een
Experimental is altijd wel wat te notuleren, dus het bord is er toch.
Kap dicht maar op een kiertje: de zon schijnt toch wel een beetje en zo een grote bubbel
genereert een hoop warmte, afgezien van de 5 Watt per persoon die wij samen al opleveren.
Waar is de checklist? Even snuffelen: het ruikt lekker naar een vleugje olie, leer, angstzweet
en weet-ik-wat. Maar in elk geval bekend, en op. Het eerste oog (neus) geen vreemde
dingen.
De voorover scharnierende kap toch even in de open stand vastgezet: ik herinner me een
video waarin een identiek toestel met kap-op-de-kier door een niet-verwachtte rugwind
werd ‘gevonden’: kap dwars door de draaiende propellor, naar huis met de trein, toestel
repatriëren en een hoop gezeur, kosten en gehuil. Kap vast dus!
Check-dubbelcheck
Checklist is een rustpunt. Er komen af en toe zaken bij en er gaan soms dingen af, maar het
heeft allemaal een doel en een reden. Checklist overslaan is potentieel dodelijk en ik heb het
ook zelf meegemaakt – maar da’s een verhaal voor een andere keer. Het is geen geheim dus
vraag me ernaar: vliegers leren van de fouten van andere vliegers. En ik heb er zat.
Zodra de trouwe 912ULS 50 graden C olietemperatuur aangeeft, zijn we klaar om te gaan.
Radiocheck gedaan, zachte PLOP in de ANR headset en we zijn goeddeels afgesloten van de
herrie om ons heen – ik kan altijd erg genieten van deze fantastische techniek.
Laatste scan-rondje in de cockpit, ons huisje voor de komende twee uur. Een blik op de
passagier: “Middenmeer radio, the PH-MON is taxiing out for runway 23”.
Rem eraf, iets gas erop, beetje rechts voeten (links draaiende propellor), iets gas terug en
dan hobbelen we goedschiks over het gras naar de taxibaan.
Een Sirius komt ons tegemoet, retour van een mooie vlucht. Mooi ding. Hoogdekker, 100PK,
twee personen: vergelijkbaar met waar wij in vliegen. Met die vleugel boven je wel minder
zicht, maar ook geen last van de zon. Ik schuif mijn petje wat dieper over mijn ogen en zwaai
ze tegemoet – geen idee wie het is met die schuine ramen.
Blik over de EFIS: alles in groen. Plates van de bestemming alvast oproepen, GPS op
flightpath-up, brandstofcalculator bijstellen: de kalibratie van de tank is goed, maar zeker is
beter.
Alvast DutchMill instellen. Gerommel op de radio: zit dat bij mij of ‘buiten’? Straks even
scherp op zijn, als ik ongewild een kraakje veroorzaak moet/wil ik daarmee aan de slag.
Notitie op het klapbord dus, naast de starttijd en de routedetails.
“Middenmeer radio, the PH-MON is backtracking runway 23” niemand antwoordt maar het
is een veiligheids-ding en dus zinvol. Of ik te ontvangen ben is net met de checklist al
bewezen.
Eind van de baan op de Run-Up area (“Runway vacated”) de checklist opnieuw tevoorschijn:
Run-Up, een laatste check van de motor en de instrumenten. Met één oor luister ik naar een
toestel dat Downwind gaat (die is nog wel een tijdje bij ons vandaan, dat kan geen kwaad),
met het andere oor luister ik naar Piet: haar getril, haar motor, haar gekraak. Het trillen van
mijn stoel onder de spanning die ze weergeeft (kom op! Dan gaan we LOL MAKEN!!), het
schudden van de vleugels alsof ze wuiven naar mij: wij zijn er klaar voor! Een brullende
Sensenich propellor giert de lucht langs de romp, klaar voor de start – letterlijk!
De checklist is af, ik kijk in mijn ziel en luister naar mijzelf: zolang ik vlieg (1978) zit er een
mannetje op mijn schouder die elke start zeurt: ‘je HOEFT niet, er is niks mis mee als je
afhaakt. Better on the ground wishing you were up there, dan andersom…’. Zoals altijd (op
één keer na) leg ik het mannetje in vol vertrouwen het zwijgen op.
Ik kijk de passagier aan, die zijn leven toch maar in mijn handen legt.
Take-off
Kleppen in de start-stand, pomp aan, hand op de throttle. “Ben je er klaar voor?” vraag ik.
Pas na een duidelijk antwoord (dat was echt wel eens anders – ik wilde soms erg graag) duw
ik het gas met een ferme duw open. Brullend als een vrijgelaten leeuwin laat Piet haar
diepste gevoelens zien. Rechts iets voeten, knuppel iets duwen om niet op te laten komen.
Meters tegen de oranje lijn aan, toeren in de max.
Rug in de stoelleuning. Als je energie kon ruiken dan was dat nu!
Ronkend rollen we sneller en sneller, het toerental lijkt hoger, snerpender te klinken. Het
bonken over de grasbaan wordt snel soepeler, meer vlak: ze lijkt al te drijven op de lucht, als
een danseres in een sprong. Op 45KT trek ik voorzichtig haar knuppel iets naar me toe, en
word beloond met een versnelling en een soepel gevoel van ‘dit is juist!’.
Even later zijn we los, en kiezen met 70KT het zwerk. Flaps in, alle meters op groen, lampjes
die dat moeten zijn laten hun groene licht zien en lampjes die uit moeten blijven schijnen
niet rood. Alles oogt normaal – voor zover het normaal is dat een Homo Sapiens met 70KT
het zwerk kiest. Wat een lol.
Alle drie slaken we een zucht van verrukking en blijdschap. De wereld ligt weer aan onze
voeten voor de komende paar uur. Wie heeft dat?!?!
“Middenmeer radio, PH-MON is leaving your cirquit and your frequency”.
Ja. En jullie wereld.
Op naar onze eigen wereld, voor de komende 75 liter Mogas.
Geluk schrijf je in hoofdletters. Dit is zo een moment.